| _BIOG |
1354. ODEKIRCHEN
In einer Akte aus dem Archiv des Schlosses Dalenbroeck von 1738, die wegen der Vielfalt der darin
erwähnten Namen von allgemeinem Interesse sein könnte, weshalb sie hier abgedruckt wird, erscheint
Lijsbeth Odekirchen. Wer kann nähere Angaben über Herkunft, Sterben, Heirat usw. dieser Frau machen?
Preparatoire informatien genommen over de personen geapprehendeert op de generaele jachte dese nachten
(?) opengestelt (?) door ordre van den edelen Hove van Gelderlandt de dato den 2 Maij 1738.
Campareerde Lijsbeth Odekirchen, in de wanddinge gnt. Swart Lijsken, de welcke ondervraeght heeft
geantwoordt dat sij met seeckeren Jo(ann)es Duijsterwalt, soldaat dhr. (?) Niederborger so (?) voor desen
heeft gevageert en van den selven geworven eenen kindt (am Rand ergänzt: sonder oijth met den selven
getrouwt te sijn geweest casu (?) oock op den selven voet een kint van seeckeren Abraham Polt, bij de
Willern Stadt in Zeelandt) ende daerenboven een kindt van seeckeren Jan Tetrot (?) voor desen visscher op
Daelenbroeck en nu woonende tot Herckenbosch, waer mede de selve oock noijth getrouwt geweest, en dat
de Compa(ran)te in den jaer 1728, den 20 october tot Herckenbosch is getrouwt met seeckeren Jo(ann)es
Lambert, volgens trouwbrief hier bij sub N. 1, waer oft sij verworven heeft een dochterjen gnt. Gertruid,
het welck tot Kessel is gedoopt, den 12 July 1731, volgens doopbrief sub N. 2.
Dat de Compa(ran)te van den voors(chreven) Abraham Polt, heeft gehadt twee kinderen een kindt mit
naeme eene Merie Polt, dewelcke mede geapprehendeert is, vageerende met daer oock geap-prehe(
nde )erden Bastian Smeets van Gressenich onder Eschweiler ( z( oo )n v( an) meester chirurgijn Hans
Hendrick Smits) waer mede de selve becommen heeft een soontje, naer het overlijden van haeren man
Jean le Grand, uijt Rheems in Champagne, ofwel Jan de Groot die te Ittervorst op den kerckhoff (am
Rand ergänzt: begraeven), en waer mede de selve oock kinderen, doch sonder haere comparante het getal
bewust te sijn soude verweckt hebben.
dit is Xhet merck van Lijsbeth Odekirchen
Aldus verhoort ten overstaen van ons onders(cheven) gerichtspersoonen op den Raedthuijse tot Maasniel
den 5 Maij 1738 (Heerlijkheid Daelenbroek, 1738 Amptrnan contra Comparanten, Inventarisnr. 587).
J.O. Valkenburg-Houthem (NL) [1] |
